Uit de Paverts krant (1962 & 1963) De eerste optocht in Zeddam

 Eerste optocht:(1962)

Het bestuur van de supportersvereniging weet zich inmiddels gesteund door een Raad van Elf, wat de organisatorische mogelijkheden meteen vergroot. Er is geen geld, maar toch wordt in deze moeilijke tijd de basis gelegd voor wat later de succesvolle kindercarnavalsoptocht zal worden.
In enkele buurtdorpen worden al optochten gehouden en het bestuur van de Supportersvereniging besluit in Zeddam voor het eerst een optocht te organiseren. Deze krijgt het predicaat “kindercarnavalsoptocht” om zich toch een beetje te onderscheiden van de andere optochten die er al zijn. Om verzekerd te zijn van publiek wordt besloten de optocht één week vóór de andere optochten, zoals in ’s-Heerenberg, te houden.

Eerste jeugdprins:
Bestuurslid Jan Derksen met Gerard Bisselink uit de Ettemastraat (waar…)

van de vader, Piet (die natuurlijk ook bij de muziek zit), werd overgehaald om de eerste jeugdprins te zijn. Aan dansmarietjes of narren werd nog niet gedacht.
Vanwege het gebrek aan financiële middelen werd onze eerste jeugdprins voor de optocht in een geleende cape gehesen en kreeg hij een papieren puntmuts op. Daaronder droeg hij gewoon zijn dagelijkse kleren en een dikke winterjas.



Improviseren:
In de eerste optocht valt op dat nog maar weinig kinderen zich echt carnavalesk verkleden en uitbeelden. Het geheel doet een beetje denken aan een oude vrouwenbal, omdat de meesten gewoon verkleed gingen in oude kleren van familie of uit de buurt. Slechts hier en daar was een kleine spreuk of versiering te ontdekken.
De eerste (jeugd)prinsenwagen was de Volkswagen-pick-up van Jan Varwijk (de vader van de Kikker). De kleine prins werd in een ronde kooi gezet en had moeite om zich in de bochten staande te houden.
Het hele optreden van de jeugdprins beperkte zich tot het meerijden in de optocht en het uitdelen van prijzen in het Parochiehuis.
Bij deze gelegenheid kreeg onze eerste jeugdprins voor het eerst in zijn leven een microfoon onder de neus geduwd met de woorden: “Zing nu maar een paar carnavalsliedjes.” Die kende hij natuurlijk nog niet, en spontaan begon hij toen, maar aan het welbekende “Ouwe taaie, jippie jee”.

De muzikale bijdrage in de optocht bestond uitsluitend uit de eigen harmonie “Kunst naar Arbeid”.

Grote prins.
Jos Bieleveld kwam op het prinsenbal na de optocht tevoorschijn uit een klapsigaar als de nieuwe “grote” prins. Willem Kleinpenning wilde eigenlijk nog wel een keer, maar zijn vrouw Mimi vond het wel genoeg. Ze hadden immers zelf ook een café, en om nu voor de derde keer bij een ander de nar uit te hangen, ging haar te ver. Dus werd het Jos Bieleveld. Zoals later zou blijken, was dit één van de drijvende krachten in de latere jaren van de Supportersvereniging.
Op het prinsenbal verzorgde Jan Hoogland voor het eerst het geluid. Met een zeer beperkt geluidsvermogen kon er in de zaal van “Leo” al iets gezegd en verstaan worden.
Jos liep rond in een echt carnavalskostuum, uiteraard weer tegen minimale kosten gemaakt door één van de vaste mensen van het eerste uur: Jan Derksen, die van huis uit kleermaker was!

Zuinig zijn.
In de eerste jaren ging er nauwelijks geld om in het carnaval. Geld mocht het eigenlijk ook niet kosten — dat was niet de bedoeling.
Aangezien er nogal wat middenstanders in het bestuur van de Supportersvereniging en de Raad van Elf zaten, werd er af en toe wel wat toegeschoven als er toch uitgaven voor het carnaval moesten worden gedaan.



Carnaval in Zeddam – 1963

Op herhaling:
Onder het motto “Je deed het vorig jaar zo goed” wordt Gerard Bisselink voor de tweede keer benaderd om jeugdprins te worden. Er zit verder geen diepere betekenis achter – er moest gewoon een prins zijn, en het was nog geen traditie dat er ieder jaar een nieuwe prins werd gekozen. Gerard vond het geen probleem; het eerste jaar was hem goed bevallen.

Wie wil er als kind nou niet even boven de anderen uitsteken? Zeddam reageerde enthousiast op de eerste optocht, en het leek erop dat carnaval er echt begon te wortelen. Zeddam was nog klein: het optreden stelde niet veel voor, het kostte niets, maar toch – Gerard zei ja.

Ook dit jaar staat hij weer alleen op de prinsenwagen. De optocht start vanaf de Bovendorpsstraat. Enkele deelnemers, duo’s en groepen verzamelen zich op het schoolplein van de jongensschool, en de wagens sluiten zich aan. Op het startmoment wordt er gewoon een wagen tussengevoegd tussen de lopende deelnemers.

Wit pak:
Dit jaar wordt jeugdprins Gerard I in betere kleren gehesen: een wit pak onder dezelfde cape als het jaar ervoor – een duidelijke vooruitgang. Ook de prinsenwagen (nog steeds een Volkswagen pick-up zoals vorig jaar) heeft een verbetering ondergaan.

De kinderen in de optocht hebben duidelijk van de eerste keer geleerd, want er doen al meer carnavaleske enkelingen, duo’s en groepen mee.



Kinderoptocht:
Het bestuur van de Supportersvereniging houdt vast aan het standpunt dat de optocht een echte kinderoptocht moet blijven. Volwassenen mogen alleen meelopen als begeleiding of voor de veiligheid.

Wagens:
Allerlei eenvoudige en primitieve wagens, versierd met kerkjes en opschriften, sieren de optocht. De wagenbouw vindt nog op zeer kleine schaal plaats; het staat allemaal nog in de kinderschoenen. Dennengroen is een veelgebruikt versiermateriaal, en verschillende wagens worden nog door pony’s getrokken.

Dit jaar gaat de geschiedenis in als een van de koudste winters van de eeuw, en ook in Zeddam ligt er tijdens carnaval een dikke laag sneeuw.

Uniformen:
Dankzij de financiële steun van de Supportersvereniging kan de harmonie dit jaar eindelijk overgaan tot de aanschaf van de allereerste uniformen voor de muzikanten.

Belovend:
Jos Bieleveldt is voor de tweede keer. "Grote" prins en komt uit een biervat tevoorschijn. Er zit al meer lijn in de avond, Raad van XI en niet te vergeten de vrouwen die zich steeds beter presenteren. Zo wordt er steeds meer aandacht besteed aan het maken van uniforme kleding en de zaalversiering. Herman Hollander maakt de decoraties, Theo Derksen en Berend Kraaijevanger schilderen. Op de avond zelf is gezelligheid troef.

De Paverts: Bedacht is deze naam door Hent Rikken (lid van de Raad van XI) en heeft enerzijds verband met "De Padevoort" (wat destijds nog een klooster was) en anderzijds met een ander woord voor "flink bier drinken". Bestuur en raad van XI hadden het niet moeilijk met de keuze van de naam. Het voorstel van Hent Rikken steekt met kop en schouders boven alle andere komische brouwsels uit.


Reacties

Populaire posts van deze blog

Prins Jan van Vliet & Prins Gerard Bisselink (1964) Motto Deurpaven.

Carnaval Zeddam 1965 (Prins Wim Kumeling) Kleine prins Nico Tomberg

Het ontstaan van de Carnavals Vereniging de Paverts (1958 tot 1961)