Carnaval in Zeddam 1972 (Prins Jan Kraal) Kleine prins Guus Mali
Carnaval in Zeddam – 1972
Prins: Jan III (Jan Kraal)
Adjudanten: Gert Egging en Arnold Hiddink
Motto: “Als je er maar bij bent”
Kleine Prins: Guus I (Guus Mali)
Jan Kraal:
Jan Kraal werkte in ‘s-Heerenberg’ (Didam), maar heeft in 1963 de goede beslissing genomen om in Zeddam aan de Kerkweg te gaan wonen. Zijn passie voor carnaval hield hij niet onder stoelen of banken. In 1972 trad Jan aan als prins van de Paverts.
De VVV-affaire:
In het carnavalsjaar 1972 speelde in Zeddam de zogenaamde VVV-affaire. De prinsenpresentatie had hier mee te maken. De reisverzekering van de plaatselijke bank kwam er ook nog aan te pas. Op de foto is deze presentatie te zien.
De nieuwe prins Jan III kwam uiteindelijk op een gemotoriseerde skelter, gebouwd door Nico Tomberg, de zaal inrijden.
Dansmarietjes waren Ans Kleinenpenning, Sijtje Kraal en Hettie Tomberg.
Wagens bouwen:
Het bouwen van de wagens begint rond deze tijd. De twee wagens van de groep van prins Jan, met als thema “het monument op de Dam”, zagen er prachtig uit.
Om de wagen met het monument op de Dam te maken, ging zelfs een delegatie naar Amsterdam. Samen met Frans Warnink werden een aantal bij Tata Huls aangeschafte beeldjes aangepast voor de wagens. De vrouw van Jan Kraal schrok van het bedrag dat aan de beeldjes besteed werd, zo’n 60 tot 70 gulden. In 1972 was dat een flink bedrag.
De wagenbouw zorgt voor gezonde concurrentie. Theet van Remmen tegen Jan Kraal: “Ik maak volgend jaar een veel mooiere wagen!”
Buuts/pronkzitting:
Dit carnavalsjaar waren er ook gastoptredens van s-Heerenbergse inwoners (Didammers). Het optreden van Pierre Klaassings was een hoogtepunt. Netje Berndtsen-Kniest trad alleen en samen met Pierre op. Kachelhoutje (IJsbrand Nijhof) kwam zelf wel, maar vond een optreden van Hans Stein “te veel” worden.
Nettie Kniest zong o.a. de volgende coupletten over Zeddam:
Liedtekst vertaald:
Zeddam, mijn dorpje, waar je zo gezellig kunt leven,
Zeddam, waar de gasten hun centjes uitgeven.
(Ja hoor, geven in s-Heerenberg!)
Jij ligt als een parel in de Achterhoek,
precies als een foto uit een oud prentenboek.
O, Zeddam, mijn dorpje, ik heb je zo lief,
ik kan er op tellen dat dat altijd zo blijft.
En komt eens De Schepper om mij heen voor het laatst,
dan word ik ook begraven in mijn eigen plaats.
Hier wordt toch maar even gezegd dat carnaval hier al drie dagen duurt. Woorden recht uit het hart van Theo Verstegen sr. trad op als voorzitter. Onderscheidingen werden uitgereikt voor orde en andere prestaties. Gert Tomberg en postbode Theo Derksen hadden in die tijd geen invloed op de keuze van de personen die een onderscheiding kregen.
De volgende dag was de eerste bijeenkomst met Fieke Andriessen als tijdelijke kantine persoon van de werkgroep en de carnavalsvereniging.
Opvallend zijn op de oude foto’s de modieuze zwarte brillen uit die jaren.
Prijzen verzamelen: In dat jaar deelde Prins Jan III zelf ook prijzen uit aan de middenstand om prijzen te verzamelen. De reacties waren overwegend positief tot zeer enthousiast. "Ga zelf maar de kelder in en zoek wat uit", werd er bij Bruins gezegd. Mien Engelbarts gaf voor zichzelf en haar twee dochters elk een tientje, samen dertig gulden (haar man werd voor het gemak niet meegeteld). Bij het Tolhuis, Gert van Raay, was er 25 gulden in de kelder van Montferland; er werden twee weken flessen wijn geregeld. Gert Aaldering wilde niet achterblijven en gaf ook flessen met een etiketje van zijn zaak erop. Worsten van Daals bakte taarten, van Boss kwamen taarten, en zo voort.
In dat jaar werd ook de wagen voor de jeugdprins gebouwd. Prins Jan zorgde samen met Berend Struker en Willem Köpp voor de organisatie daarvan.
Club van 100: Er werd ook een begin gemaakt met de oprichting van een club van 100.
100: Jan Kraal had toen al vijf mensen bereid gevonden om elk 100 gulden te doneren. Jan Kraal vond dus in korte tijd vijf mensen die hiervoor te porren waren. En de "grote geldschieters" waren nog niet eens benaderd. Jan kwam met het idee bij het bestuur, maar dat ging niet door. Dan vond hij het ook wel best en stopte met het idee.
Supportersvereniging:
Eind jaren 60/begin jaren 70 liep het ledental van de Supportersvereniging geleidelijk terug. Een wervingsactie zorgde ervoor dat het aantal ingeschreven leden van de Supportersvereniging weer opliep tot 221. Met name Theo Joosten is hier actief in geweest. In De Gelderlander van 4 november 1972 was ook te lezen: de Supportersvereniging van Kuns Nao Arbeid droeg maar liefst ƒ 3735,- af aan de Harmonie. Er zijn plannen om bij de volgende ledenavond een varken aan het spit te braden. Op 18 november is er een carnavalsbal bij Streuff.
Bijschrift bij de foto’s:
De dansmarietjes: Hetty Tomberg, Ans Kleinpenning en Sijtje Kraal. Geheel rechts, Links geeft Prins jan een onderscheiding aan Gert Tomberg (Buiten zicht)
Crisis:
In november kwamen de Supportersvereniging en de Zeddamse carnaval in een zeer kritieke fase terecht. Steeds vaker bleek dat er sprake was van gewoon misverstand, wat zich ook uitte in de organisatie van de Supportersvereniging. Voor een aantal mensen bleef het eerste doel van de Supportersvereniging onveranderd: zoveel mogelijk financiële steun geven aan harmonie Kuns Nao Arbeid. Deze groep wil dat het carnaval ieder jaar een beroep doet op de financiën van de Supportersvereniging.
Investeringen:
Aan de andere kant is door de jaren heen de groep medewerkers die het carnaval juist interessanter willen maken steeds groter geworden.
Deze laatste groep zag ook dat er ieder jaar wel aanzienlijke bedragen naar de Harmonie vloeiden, maar dat er voor echte investeringen in het carnaval weinig overbleef.
Zo ontstonden er langzaam twee kampen met uitgesproken voorstanders van de ene of de andere kant.
Dat spanningsveld sluimerde al jaren en werd steeds groter.
Komisch genoeg ging het eigenlijk om twee voor de Zeddamse gemeenschap belangrijke zaken: de harmonie en het carnaval. Moeilijke tijden braken aan voor het bestuur van de Supportersvereniging. Hoe hier de juiste draai aan te geven? Aanvankelijk leek het erop dat dit bestuurlijk wel te regelen was. Op een vergadering van het bestuur met de Raad van Elf werd er zwaar over de crisis vergaderd.
Overkoepelend bestuur:
Voorzitter Jos Bieleveldt stelde als oplossing een overkoepelend bestuur voor, waaronder twee aparte werkgroepen zouden vallen: de Supporters en het carnaval. Bij de Supporters zouden Gert Tomberg, Leen Derksen en Jos Bieleveldt de kar trekken, en bij het carnaval Gert Egging, Theo van Remmen, Gerard Schothuis en Theo Verstegen. Beide groepen konden hun eigen doelstellingen en financiën voortaan zelf beheren. Jos Bieleveldt dacht en hoopte op deze manier de moeilijkheden te kunnen vermijden. De hele vergadering was blij met het behaalde resultaat en deze moeilijke zaak werd dan ook met een handdruk beklonken. Pfff, gelukkig, want de voorbereidingen voor het komende carnavalsjaar konden weer doorgaan, de helft was al geregeld. Er is al een nieuwe prins benaderd
Coup
De feiten volgen elkaar echter sneller op dan het bestuur kan bijhouden. Tot verrassing van Jos Bieleveldt en het bestaande bestuur van de Supportersvereniging vernemen ze eind november uit de krant dat er “een zelfstandige carnavalsvereniging in Zeddam is opgericht.”Welgevééédéé! Hoe kan dat nou, was dat niet anders afgesproken?! Het bestuur van de Supporters begrijpt dat ondanks een aantal afspraken de feiten anders liggen. De laatste jaren zijn de betrokken stromingen verder uit elkaar gegroeid en meningen veranderd, waardoor de ontwikkelingen nu ook veel sneller gaan. Vanaf dat moment is er in feite sprake van twee geheel onafhankelijke verenigingen, die ook niet meer onder één centraal bestuur opereren zoals oorspronkelijk was afgesproken. Een belangrijke pioniersperiode in de geschiedenis van Zeddam wordt hiermee afgesloten.
De Paverts
Carnavalsvereniging “De Paverts” begint aan een eigen bestaan en de Supportersvereniging is vastbesloten het opgelopen deukje weer te herstellen. Mensenwerk. Hoewel de Zeddamse gemeenschap zich nu, 22 jaar later, nog steeds gelukkig mag prijzen met twee gezonde en zeer nuttige verenigingen, liet de “afsplitsing” diepe sporen na in de relaties en omgang van veel Zeddammers. Beide clubs gingen hun eigen weg. Maar er is toch wel wat te veel gebeurd. Met hart en ziel, veel tijd en geld hebben de kartrekkers van de Supporters en de carnavalsvierders die zich daarbij betrokken voelden, zich voor hun zaak ingezet. Het geeft hoop dat de betrokkenen al snel merkten dat de “afsplitsingstrein” met piepen en kraken door de bocht ging.
Mensenwerk
Mensenwerk. Tot in 1994 zal blijken dat deze periode bij een aantal Zeddammers heftige reacties losmaakte. Achteraf moet echter ook worden geconcludeerd dat de toenmalige betrokkenen de verenigingen niet op de klippen hebben laten lopen. En “het oude zeer”? Bij de één is dat wat meer geheeld dan bij de ander, waaruit maar weer blijkt dat ook dit gewoon mensenwerk was.



Reacties
Een reactie posten