1970 Prins Gerard Schothuis , Kleine prins Sjors Varwijk (Motto Dom Kieken)

 

Carnaval in Zeddam – 1970

Kleine prins:
Als vader Jan Varwijk al zo’n carnavalsverleden heeft (Raad van Elf, eerste prinsenwagens), dan kan het bijna niet anders dan dat er weer een zoon van hem jeugdprins van Zeddam wordt. Enige ervaring had Sjors al door een paar keer kleine nar te spelen.

Grote prins:
Gerard Schothuis doet zijn officiële intrede in het Zeddamse carnaval als prins Gerard I. Hij is de eerste die zich niet meer door narren laat vergezellen, maar door adjudanten. De narren hadden het een beetje te druk in de zestiger jaren, en de adjudanten geven de zaak een wat deftiger uitstraling.

Voor het eerst wordt er op een meer officiële manier aandacht aan onderscheidingen besteed. Met het verschijnen van het eerste carnavalskrantje is er sprake van een zekere kentering in het Zeddamse carnaval. Langzaam maar zeker gaan een aantal zaken niet meer zoals “het bestuur en de Raad van Elf dat van oudsher gewend waren”, en wordt er meer georganiseerd en gestructureerd gewerkt.

Ook in deze periode wordt in Zeddam geprobeerd om één en ander van het gemoedelijke feestgedrag naar een meer geregelde aanpak te brengen.



Prins: Gerard I (Gerard Schothuus)
Narren: Theo Kleinenpiening, Theo van Remmen
Motto: Dom kijken
Kleine prins: Sjors I (Sjors Varwiek)
Kleine nar: Jos Geerdink


Nieuw pak:
Als prins wil Gerard Schothuis anders voor de dag komen dan in het pak waarin zijn voorgangers rondliepen. Een echt prinsenpak moet er komen, en er wordt contact opgenomen met een bedrijf in Keulen. Daar werden de nodige telefoontjes gepleegd, en hij liet zien dat ook zijn mede-bestuursleden veel plezier hadden om het feit dat men in hun aanwezigheid weer telefonisch contact moest opnemen met de woorden: “Sie sprechen mit Herr Schothuis aus Zeddam!”


Ingebroken:
Er zijn toen jaren van veel werk, inzet en gezelligheid geweest, wat leidde tot een sterke organisatie. Toen ieder jaar de Zeddamse prins door “De Waskupen” uit Siebengewald werd uitgenodigd om naar de grote carnavalsoptocht en hun jaarlijkse receptie te komen, besloot het bestuur van De Paverts om ook een officiële leider, meestal een oud-prins, zoals Freek Mensing, naar Siebengewald te sturen om de optocht en de receptie bij te wonen.

Gerrit Tomberg, zeer actief in het Zeddams carnavalsspektakel, het liet weten dat ze ook mee zouden doen en op tijd verschenen Gerard Schotthuus en Theo Kleinpenning bij Gert. Niemand thuis. Maar wel de achterdeur open! Gerard en Theo nemen zich voor hier geen lesje aan te verbinden en pakken een grote kist uit en stellen de hele zaak zo op alsof hier een inbreker aan het werk is geweest. Dan naar huis.

Telefonisch wordt even later contact opgenomen. Gert Tomberg: “D-d-d-er i-i-is g-g-g-goddomme ingebroken!” waarna Gerard en Theo de tocht maar weer hernemen en gniffelend uitleggen wat er zich afgespeeld had.

(Op de foto de kinderen van Terwiel en Mali , Op de wagen en Willie Ritger staat naast het paard) 



Reacties

Populaire posts van deze blog

Prins Jan van Vliet & Prins Gerard Bisselink (1964) Motto Deurpaven.

Carnaval Zeddam 1965 (Prins Wim Kumeling) Kleine prins Nico Tomberg

Het ontstaan van de Carnavals Vereniging de Paverts (1958 tot 1961)